Aan de hand van een dwalende tocht door een doolhof gaan de leerlingen, net als Mozes, een reis maken.
De leerlingen ontdekken dat geloven betekent risico's nemen om het leven te laten winnen van de dood.
In deze les wordt het onderscheid duidelijk tussen de Egyptische goden en de God van Mozes en Israël.
Mozes komt voor een dilemma te staan. Hij is nog niet overtuigd, maar Aäron, zijn broer, gaat hem helpen. 'En ik ga met je mee', zegt God.
Als God Mozes roept om zijn volk te gaan bevrijden, zegt Mozes nee, nee en nog eens nee! De leerlingen onderzoeken in deze les waarom Mozes/Moesa weigert en wat er voor nodig is om toch aan de slag te gaan. Mozes staat op en hij handelt, ook al vindt hij het een moeilijke opdracht.
In deze les horen de leerlingen dat ook in een uitzichtloze situatie verandering mogelijk is. De redding van Mozes is het begin van de grote redding, van de bevrijding van het volk uit de slavernij.
De leerlingen verkennen de rollen van Mozes in bepaalde posities in het verhaal. Ze identificeren zich met Mozes en beleven bijbelse situaties. De leerlingen leren verbinding te maken met de eigen leefsituatie en kunnen vertellen over de belevingen en associaties die zijn opgekomen in het spel. Bij deze les worden de Mozesverhalen als bekend verondersteld.
Les over de roeping van Mozes en het verhaal van de brandende braamstruik. Het gesprek tussen Mozes en God is uitgewerkt als Whatsapp berichten. De leerlingen inventariseren de gebeurtenissen in het verhaal door erover te schrijven in een krant.